Plaatsing instructie voor afvoerputten en goten welke reeds voorzien zijn van zandhuid
Het correct plaatsen van een afvoerput of goot is essentieel voor een goed functionerende doucheruimte. In deze blogpost bespreken we stap voor stap hoe je een afvoerput of goot, die al voorzien is van een zandhuid, op de juiste manier installeert. Of je nu een ervaren loodgieter bent of een handige doe-het-zelver, deze instructies helpen je om het project succesvol af te ronden.
1. Zorg voor voldoende ruimte
Voordat je begint, is het belangrijk om te controleren of er voldoende ruimte is om de afvoerput of goot goed te kunnen plaatsen. Meet de afmetingen van de put of goot en zorg ervoor dat de ruimte waar deze geplaatst wordt groot genoeg is. Houd hierbij ook rekening met de afvoerbuis en eventuele andere leidingen.
2. Afvoerbuis schuren en afschuinen
Om een goede aansluiting te garanderen, moet je de afvoerbuis schuren en afschuinen. Gebruik hiervoor schuurpapier met een grove korrel en schuur de buis rondom. Verwijder eventuele bramen of scherpe randen door de uiteinden van de buis af te schuinen. Dit zorgt voor een gladde overgang en voorkomt lekkages.
3. Afvoerbuis op het juiste afschot en hoogte leggen
Leg de afvoerbuis op het juiste afschot en de juiste hoogte, zodat deze direct aangesloten kan worden op de afvoerput of goot. Het afschot is belangrijk voor een goede afwatering en voorkomt stilstaand water in de buis. Gebruik een waterpas om te controleren of de buis op het juiste afschot ligt.
4. Controleer en markeer de afvoerbuis
Voordat je de afvoerbuis gaat lijmen, is het belangrijk om nogmaals te controleren of deze op de juiste plaats ligt. Markeer de positie van de buis met een potlood, zodat je zeker weet dat deze na het lijmen op de goede plaats zit. Dit voorkomt problemen achteraf en bespaart tijd en materiaal.
5. Lijm de afvoerbuis
Nu je zeker weet dat de afvoerbuis op de juiste plaats ligt, kun je deze gaan lijmen. Gebruik hiervoor een speciaal lijm die geschikt is voor het materiaal van de buis en de afvoerput of goot. Volg de instructies op de verpakking en zorg ervoor dat de verbinding goed afgedicht is.
6. Controleer de plaatsing en zet waterpas
Direct na het lijmen is het belangrijk om te controleren of de afvoerput of goot goed geplaatst is. Gebruik een waterpas om te zorgen dat deze waterpas staat. Indien nodig, kun je de positie nog iets aanpassen voordat de lijm volledig uitgehard is.
7. Aarding aansluiten
Indien de afvoerput of goot voorzien is van een aardingspunt, moet je deze aansluiten op de aarding van de elektrische installatie. Dit is belangrijk voor de veiligheid en voorkomt elektrische schokken. Zorg ervoor dat de aarding correct aangesloten is voordat je verder gaat met de installatie.
8. Aanwerken met cementspecie
Werk de ruimte rond de afvoerput of goot aan met cementspecie in een verhouding van 1 deel cement op 3 delen zand. Meng de specie goed door en breng deze aan rond de put of goot. Zorg ervoor dat de specie goed aansluit op de randen en dat er geen luchtbellen ontstaan.
9. Zet de put of goot waterpas
Controleer nogmaals met een waterpas of de afvoerput of goot waterpas staat. Indien nodig, kun je de positie nog iets aanpassen voordat de cementspecie volledig uitgehard is. Een waterpas geplaatste put of goot is essentieel voor een goede afwatering.
10. Werk de vloer af en laat drogen
Nadat de cementspecie is aangebracht, kun je de vloer verder afwerken. Zorg ervoor dat het oppervlak glad en egaal is en dat er geen oneffenheden zijn. Laat de vloer vervolgens 24 uur drogen voordat je verder gaat met de volgende stap.
11. Tegels plaatsen met afschot naar de put
Na het drogen van de vloer kun je de tegels gaan plaatsen. Hierbij is het erg belangrijk dat er voldoende afschot is naar de afvoerput of goot toe. Dit zorgt voor een goede afwatering en voorkomt wateroverlast. Gebruik een tegelmal of rei om het afschot te controleren en pas indien nodig de plaatsing van de tegels aan.
12. Laat de tegels drogen
Nadat de tegels geplaatst zijn, moeten deze voldoende tijd krijgen om te drogen. Laat de tegelvloer minimaal 24 uur drogen voordat je verder gaat met het afvoegen. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is en vermijd tocht om scheuren in de tegels te voorkomen.
13. Voeg de tegelvloer zorgvuldig af
Als de tegels voldoende gedroogd zijn, kun je de vloer gaan afvoegen. Gebruik hiervoor een voegmiddel dat geschikt is voor de toepassing in een doucheruimte. Breng het voegmiddel aan met een voegspaan en zorg ervoor dat alle naden goed gevuld zijn. Verwijder overtollig voegmiddel met een vochtige spons en laat de voegen drogen.
14. Kit de overgang tussen vloer en put of goot af
Om een waterdichte overgang te creëren tussen de tegelvloer en de afvoerput of goot, moet je deze afkitten met een polymeerkit. Breng de kit aan met een kitpistool en zorg ervoor dat de overgang volledig afgedicht is. Gebruik een nat mes of vinger om de kit glad te strijken voor een nette afwerking.
15. Laat de doucheruimte drogen en in gebruik nemen
Na het afkitten moet de doucheruimte minimaal 48 uur drogen voordat deze in gebruik genomen kan worden. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is en vermijd contact met water tijdens het drogen. Na deze droogtijd is de doucheruimte klaar voor gebruik en kun je genieten van een perfect functionerende afvoer.
Door deze stappen zorgvuldig te volgen, ben je verzekerd van een correct geïnstalleerde afvoerput of goot in je doucheruimte. Een goede installatie voorkomt problemen zoals lekkages, wateroverlast en schade aan de vloer of muren. Met een beetje geduld en aandacht voor detail kun je een professioneel resultaat bereiken.